Vlinderkleppen kunnen worden gebruikt voor een breed scala aan toepassingen, zoals watervoorziening, afvalwaterbehandeling, brandbeveiliging, voor de chemische en olie-industrie, voor brandstofbehandelingssystemen en ook voor toepassingen binnen de energieopwekkingsindustrie.
Met de introductie van de dubbele en drievoudige excentrische ontwerpen worden vlinderkleppen ook steeds vaker gebruikt in de olie- en gasindustrie en beginnen ze te concurreren met meer traditionele kleppen, zoals bol- en kogelkranen.
Het belangrijkste onderdeel van een vlinderklep is de schijf, een metalen ring die op de middellijn van de buis is geplaatst en via een stang is verbonden met een externe actuator (handmatig niveau of actuator).
Vergeleken met een kogelkraan staat de schijf van een vlinderklep altijd in contact met de vloeistof die door de pijpleiding wordt getransporteerd en veroorzaakt daardoor een drukval.
In de gesloten positie blokkeert de schijf de boring van de klep, en in een open positie laat de schijf de vloeistof door.
Er is een kwartslagbeweging nodig om de klep van volledig open naar volledig gesloten positie te schakelen (en een dergelijke beweging kan net zo snel worden uitgevoerd als bij kogelkranen).